Top of this document
Go directly to navigation
Go directly to page content

Sunday Soup #7

Sunday Soup #7

De toekomst van kweekvlees

Gaan we vlees uit een reageerbuis eten?

Kweekvlees, oftewel vlees uit een kweekbakje, bestaat uit dierlijke cellen die zijn gekweekt zonder dat daar enig dierenleed bij komt kijken. Daar zitten heel wat voordelen aan, maar toch zit niet iedereen te wachten op dit vlees uit het laboratorium.
Tijdens de laatste Sunday Soup zetten we de voor- en nadelen op een rij met drie verschillende presentaties en drie verschillende visies op kweekvlees.

Drie presentaties, drie visies op kweekvlees. Oftewel vlees uit een kweekbakje, waarin dierlijke cellen worden gekweekt zonder dat daar enig dierenleed voor nodig is. Daar zitten natuurlijk behoorlijk wat voordelen aan, die ook nadrukkelijk aan bod kwamen. Toch zit zeker niet iedereen te wachten op dit vlees uit het laboratorium. De voor- en nadelen van kweekvlees op een rij.

Bernard Roelen – De hele wereldbevolking voeden uit één stamcel
Bernard Roelen, als celbioloog werkzaam op de afdeling gezondheidszorg aan de Universiteit van Utrecht, bijt de spits af met wat feitjes: “Wereldwijd eten we gemiddeld 28,7 kg varkensvlees per persoon per jaar; 10,8 kg rund; 17,6 kg kip en 2,3 kg schapenvlees. In Nederland liggen die gemiddelden iets hoger: Nederlanders eten gemiddeld 43 kilo varkensvlees per persoon per jaar. Om aan die vraag te voldoen werden in 2005 meer dan 14,3 miljoen varkens geslacht, dat zijn er meer dan 40.000 per dag.”

Aan het houden van die enorme veestapel kleven heel wat nadelen. Ten eerste moeten we ons druk maken over het welzijn van al die dieren, die vaak te wensen over laat. Dan zijn er nog de broeikasgassen die deze veestapel uitstoot, gassen schadelijker dan CO2. Onze vleesconsumptie is dan ook veel slechter voor het milieu dan het rijden van een auto of reizen met het vliegtuig. Ook het aantal dierziekten die de veestapel veroorzaakt is een gevaar.

De meest energieverslindende factor aan vlees is echter het voedsel dat de dieren eten; soja en maïs in enorme getale. Van alle soja en maïs dat op de wereld verbouwd wordt, is respectievelijk maar 1% en 2% bestemd voor menselijke consumptie, de rest wordt gebruikt als veevoer. “Als we niet uitkijken ziet de wereld er over een paar jaar zó uit,” Roelen toont een foto van een dorre zanderige vlakte waar helemaal niks groeit. “Het verbouwen van al dit dierenvoedsel veroorzaakt ontbossing, ontwatering en erosie. Het gebruik van pesticiden in de verbouwing en de mest als eindproduct vervuilen het milieu nog verder. Dit gevaar moet zeker serieus genomen worden, vooral wanneer we kijken hoezeer de vraag naar vlees in Aziatische landen toeneemt – in China specifiek. Onder invloed van al deze factoren zal vlees onbetaalbaar worden in de toekomst,” besluit hij.

VJ HUMMERVJ HUMMER

Toch is het eten van vlees niet slecht, voor de mens is het juist erg gezond. Vlees bestaat voor 75% uit water, voor 20 tot 25% uit eiwit en 5% vet. Verder is het rijk aan ijzer, zink, fosfor en vitamine B12. Veel delen van de dieren eten we echter niet. “We eten enkel T&A: Tits and Ass”, zoals Debra Solomon dat later mooi verwoord. Wat we eten zijn de spieren en de cellen die we binnen krijgen dus spiercellen.

“Wanneer we kweekvlees maken, zijn het dus ook spiercellen die we moeten kweken. Dat is niet zo makkelijk als het misschien lijkt. Wanneer cellen eenmaal gespecialiseerd zijn tot spiercellen, groeien ze niet heel veel meer veder. Daarom gebruiken we stamcellen, cellen die zich nog kunnen specialiseren en nog miljoenen keren zullen vermenigvuldigen. Wanneer we dus een stamcel van een varken gebruiken en deze laten specialiseren tot spiercel, krijg je varkensvlees. En dat het hier spieren betreft zie je zelfs in het petrischaaltje.” Om dit te illustreren toont Roelen een filmpje van een petrischaaltje waarin de cellen duidelijk samenspannen en ontspannen. Het publiek rilt.

Wat we zien is een heel dun laagje cellen dat in geen enkel opzicht ook maar iets weg heeft van een biefstukje of kipfilet. “Het is heel moeilijk om cellen in een 3D constructie te kweken. In een dierenlichaam gaat dit vanzelf: haarzakjes zorgen voor zuurstof en de afvoer van afvalstoffen is geregeld in het lichaam. Aan dit onderzoek neemt ook de Technische Universiteit van Eindhoven deel, zij bouwen allerlei ‘steigertjes’ van eiwit- of suikermoleculen om zo de spiercellen in een 3D-vorm te laten groeien. Toch zal de structuur meer lijken op gehakt dan op biefstuk en ook over de smaak valt nog te twisten.”

Door de aminozuren en vetzuren die net als in ‘echt’ vlees aanwezig zijn, komt de smaak redelijk overeen. “Toch moet je niet vergeten dat in heel veel vleesproducten die we eten de smaak ook toegevoegd is, zoals in chorizoworst. We kunnen wel experimenteren met het toevoegen van smaakcellen in het petrischaaltje.”

Er lijkt dus wel een toekomst te zijn voor kweekvlees. “Denk je eens in: de hele wereldbevolking zou gevoed kunnen worden met één stamcel. Die cellen kunnen zich oneindig doordelen. 30 Jaar geleden werd er een stamcel uit een muis gehaald, die ene cel wordt tot de dag van vandaag nog steeds doorgekweekt.”

Toch geeft Roelen toe dat er ook nog heel wat kwesties zijn die eerst opgelost moeten worden. “Er zitten nog heel veel moeilijkheden aan het kweken van vlees. Zo weet niemand precies hoe je stamcellen kweekt en hoe je ze van buitenaf kunt specialiseren tot spiercel. Dan moeten we nog bekijken hoe we hier een stevig product van kunnen maken in plaats van een snotterig laagje cellen. Ik denk dat we zeker nog tien jaar nodig hebben om te bewijzen dat dit allemaal kan. Pas dan kan wat mij betreft de ethische discussie beginnen, of mensen het willen eten.”

Cor van der Weele – Ethici hadden dit zelf moeten bedenken
Volgens Cor van der Weele, bioloog en filosoof verbonden aan de universiteit van Wageningen en gespecialiseerd in ethiek, is er toch een grote groep mensen die hier geen brood in ziet. Een groep die van mening is dat technologen te veel beloven en die erg sceptisch is over de ethiek. Voor die groep klinkt kweekvlees als een soort Frankenstein-product, waarna het kweken en klonen van mensen niet meer zo heel ver weg is. Volgens haar zijn verschillende meningen over kweekvlees onder te verdelen in vier groepen. Naast deze sceptische groep zijn er de kunstenaars die een artistieke, maar ambigue houding aannemen.

Cor van de WeeleCor van de Weele

“Verschillende kunstenaars reageren door middel van hun werk op de kwestie wel of geen kweekvlees.” Een apart voorbeeld zijn Oron Catts en Ionat Zurr die voor hun project ‘Disembodied Cuisine’ kikkersteak kweekten, terwijl de kikker waarvan de stamcellen waren gebruikt vrolijk in het aquarium naast de petrischaaltjes bivakkeerde. ‘Victimless meat’ dus. “Het tegenstrijdige is dat zij, ondanks dat het patent in iemand anders’ bezit is, de eerste waren die op zo’n effectieve manier kweekvlees produceerden. Toch wilden zij hier juist geen statement ‘voor of tegen’ mee maken of een oplossing zoeken, ze wilden enkel nieuwe discussies veroorzaken. En dat zien we vaak binnen deze groep,” aldus Van der Weele. “Eduardo Kac speelt op dezelfde manier met de grenzen van ambiguïteit, hij maakte onder andere een fluorescerend konijn.”

Frog SteakFrog Steak

De mening van de derde groep die Cor van der Weele specificeert, hangt ze zelf aan. Een groep met een pragmatische instelling, die in kweekvlees voordelen zien als het welzijn van de dieren, en het voorzien in de groeiende behoefte aan vlees. Daarom willen zij onderzoek naar kweekvlees stimuleren. Haar mening: “Eigenlijk hadden ethici dit moeten verzinnen.”
“En dan is er de vierde groep, romantisch en principieel. Mensen die vinden dat we principieel een andere kant op moeten met voedsel.”

Debra Solomon – Wiens brood ik eet, diens taal ik spreek
Hier neemt Debra Solomon het stokje over. Tijdens de presentaties van Roelen en Van der Weele is zij met het publiek seitan aan het maken, een vleesvervanger die je zelf maakt uit glutenmeel en witte bloem. Dat is alles...
En waarachtig, het is lekker! Cor van der Weele voorziet het publiek van het tahoeachtige nepvlees en iedereen kauwt vrolijk en verrast terwijl Solomon betoogt dat we dit allemaal zouden moeten doen. Gewoon de tijd nemen om te koken, dan kunnen we alles zelf.

Making seitanMaking seitan

Solomon is food blogger en schrijft op haar blog culiblog.org over voedsel, eetcultuur en de cultuur die ons voedsel verbouwt. Ook cureerde ze verschillende tentoonstellingen en is een echte food expert.
“We moeten activisten worden, we moeten beter leren koken,” begint ze. “Ten eerste ben ik niet tegen het eten van vlees. Het is al duizenden jaren achtereen in en uit de mode om vegetarisch te zijn en toch eet de mens nog steeds vlees. Er is gewoon geen andere natuurlijke bron die zoveel vitamine B12 bevat. We hebben vlees nodig.” Solomon is zelf ook vegetarisch geweest, wat ze toeschrijft aan het feit dat ze opgroeide aan de Californische kust: “Pubermeisjes kiezen daar: word ik vegetarisch of anorectisch?”

Debra SolomonDebra Solomon

“Nu eet ik nog steeds niet veel vlees. Ik verbouw wel mijn eigen groente, daardoor krijg ik ook veel insecten binnen en daardoor ook vitamine B12!” Dit is waar Debra voor staat: weten waar je eten vandaan komt en uitvinden hoe je het bereid is fun! Industrialisatie is slecht, zelf verbouwen of in ieder geval betrokken zijn bij het proces is niet alleen goed, het moét. Vlees eten is dus niet slecht, de manier waarop het geproduceerd wordt wel.
Solomon geeft een voorbeeld van een varkensboerderij nieuwe stijl, ontworpen door architectenbureau MVRDV voor een tentoonstelling die zij co-cureerde.

Pig CityPig City

Pig city bestaat uit flatgebouwen waar varkens een goed leven leiden, met balkons in de buitenlucht en genoeg ruimte om door de aarde te vroeten op zoek naar truffels, terwijl veevoer op een andere verdieping wordt verbouwd. Er is ook een lift, die de blije varkens naar de begane grond brengt, waar het slachthuis zich bevindt. Het mooie is dat het gebouw in natuurlijke wijze van stroom wordt voorzien: varkensscheten blijken ook functioneel. “Pig City klinkt heel high-tech, maar dit is één van de manieren waarop we wel in dezelfde hoeveelheden vlees kunnen blijven eten. We moeten verantwoordelijkheid nemen voor onze kwaliteit van leven en voor onze planeet. Ons eetgedrag heeft daar grote invloed op.”

Pig CityPig City

Pig CityPig City

Zo gelooft Solomon ook in het ombouwen van je voortuin tot moestuin en zoekt ze paddestoelen in het bos. “Je kunt mijn principes wat betreft voedsel romantisch noemen, maar ik geloof echt in ‘Wiens brood ik eet, diens taal ik spreek’. Daarom zie ik ook geen toekomst in kweekvlees, we hebben niet nóg meer kunstmatige industriële voedselproducten nodig. Het is alleen erg moeilijk om anderen daar van te overtuigen en ze kritisch naar onze voedselindustrie te laten kijken. Hoe dat komt? Ten eerste zijn weinig mensen echt betrokken bij het verbouwen van voedsel en zijn onze industriële voedsel ervaringen enorm vormgegeven – we laten ons van alles wijsmaken. Verder kunnen we kiezen tussen producten, maar wordt geen keuze tussen verschillende processen geboden en lopen percepties van globalisatie en modernisering in elkaar over. Ten slotte associëren we voedsel met traditionele voedselervaringen; degenen die van ons houden, koken voor ons. En daar lever je toch geen commentaar op?!”

Wanneer we dus allemaal een stukje voedselproductie voor ons rekening zouden nemen, zal de wereld een betere aarde zijn. “Maar daar hebben we toch helemaal geen plek voor?” reageert het publiek. Solomon spreekt uit eigen ervaring als ze zegt van wel; in haar kleine moestuin groeit meer dan ze kan eten. Ze ruilt met de buurman, die geitjes houdt. “Ook Cuba is een goed voorbeeld. Cuba importeerde 74% van zijn geconsumeerde calorieën en zelfs 97% van het vlees. Na de val van de Sovjet Unie, Cuba’s belangrijkste handelspartner, was er te weinig voedsel en aten de Cubanen 30% minder calorieën. Ze dachten elk moment van de dag aan voedsel en moesten het zelf gaan verbouwen. Het andere probleem was echter dat er ook geen brandstof meer beschikbaar was en transport dus onmogelijk werd. Momenteel is Cuba het grootste voorbeeld in stedelijke agricultuur. Er wordt geteeld op verschillende verdiepingen en de Cubanen bereikten zo de hoogste productie per vierkante meter ter wereld.”

Ons voedsel zelf verbouwen is echt een mogelijkheid, het is vooral onze instelling die we moeten veranderen, volgens Solomon. “Verkeren we in een crisissituatie of verbeteren we op deze manier ons leven? We staan nu op het punt waarop we moeten kiezen waarin we investeren. Bang zijn we voor China en alle Chinezen die steeds meer geld hebben en meer willen. Zij zien moderniteit als autorijden en veel vlees eten. Als we die perceptie nu veranderen door in het Westen onze opstelling tegenover geïndustrialiseerd voedsel te wijzigen, kunnen we dit veranderen en de wereld verbeteren.”
Als laatste poging ons te overtuigen dat we industrieel geproduceerd voedsel en dus ook kweekvlees de rug toe moeten keren, besluit Debra haar betoog met een anekdote. “Voor het DOT (Design of the Times) project was ik in Middlesbrough, een stad in Noordoost Engeland. Ik was geschokt, er heerste enorme voedselarmoede. Niet omdat er geen geld was. De gehele voedseldistributie is daar in handen van een aantal organisaties. Het enige waar die organisaties geïnteresseerd in zijn is winst maken. Nou zijn verse groente en fruit de minst winstgevende producten die er zijn. Hoe industriëler de producten, hoe winstgevender. Ik heb daar met kinderen gewerkt die nog nooit in hun leven een verse appel hadden gezien. Dat is eng.”

“Zolang men niet betrokken is bij het proces van het maken van kweekvlees is het dus industrieel.” Ondertussen kunnen we het dus maar het beste zelf doen. Allemaal aan de seitan, het recept vind je hier op de site.

Meer informatie:
Debra Solomon - Culiblog
www.culiblog.org